top of page

Een moment

Nick Zweers

Ik trek aan de handrem en stap uit de bus, de welbekende geur van urine en afval waait me tegemoet terwijl ik de vrijwilligers ook uit zie stappen. Iedereen uit de bus, portieren dicht, achterklep open en ik zoek naar het knopje voor de deurvergrendeling, iets zit los dus het mechaniek verhuist binnen de zwarte omheining van de sleutel. De mensen op straat komen aanlopen en Eleni springt achter in de bus om met een aan stres grenzend enthousiasme de porties eten te voorzien van brood en bestek. Drie vrijwilligers staan achter de bus om het eten met een flesje mierzoete AA-drink uit te delen aan de ongeorganiseerde groep mensen die zich verzameld heeft.

We zijn met genoeg mensen dus ik neem een moment om even om ons heen te kijken, het is niet altijd gezellig op straat en ik zie dat graag aankomen. Het is rustig. Ik kijk rond en zie mensen, de verslaafde daklozen die volgens de regering niet bestaan. Oude mannetjes zonder puf, jonge mensen laveloos, intens energiek of ziekelijk en moe. Vrouwen, jong en minder jong, die ik weet niet wat moeten doorstaan om hun drugsleven op straat te kunnen volhouden. Het is pijnlijk zichtbaar hoe sommigen van hen dit doen, los van hun outfit als duidelijke reclame voor wat ze verkopen zijn het de ogen die boekdelen spreken.

Ik kijk rond en dan zie ik hem, die man. Hij heeft twee bakjes eten gekregen en geeft er één aan zijn vriend, met een lach op zijn gezicht. Ik ken die man. Ik heb samengewerkt met die man. Deze man heeft mij in het oude Moria kamp geleerd vinyl te leggen. (Zie blog "afscheid nemen bestaat")


Het eten is uitgedeeld en de drankjes zijn op, we stappen in en rijden weg. Ik heb de man niet gesproken. Had ik hem moeten aanspreken? Ik had geen tijd, was eten aan het distribueren, ik had geen energie, ik had zijn blije hoopvolle blik niet aangekund, ik had aan zijn onontkomelijke vraag om hulp niet kunnen voldoen, had ik weer nee moeten zeggen zoals ik op Lesbos al zo vaak had gedaan. Of zijn dit gewoon excuses? Ik spreek hem de volgende keer wel aan, ik ben er nu op voorbereid. Ik ken hem.


Ik bid niet vaak maar God Almachtig laat deze man niet ook zijn toevlucht zoeken in de high van het pijpje accuzuur. Laat hem niet hier in deze straat terecht komen om te verpieteren met de rest. Want ik ken hem.


De volgende keer was hij er niet.




Gebed is altijd welkom.


Hartelijke groet,

Nick


Geen roeping

Geen passie

Compassie

65 views0 comments

Recent Posts

See All

Afscheid nemen bestaat.

Gaan. Geslachten gaan en geslachten zullen komen zeggen ze. Ook hier. LJ en Hans hebben ons op donderdag verlaten en Andries volgt...

Comments


bottom of page