Geschreven door LJ (want Leendert Jan is niet uit te spreken).
Niet dat hij het daarom geschreven heeft.
Maar daarom noemen we hem LJ.
Tot zover de onzin.
Vandaag was de derde dag in het kamp. Rond 8 uur waren we aanwezig bij de briefing in de olijfboomgaard net buiten het kamp. Er was een grote groep van ruim 30 vrijwilligers aanwezig. Hans en ik vertrokken direct weer, want er waren meteen 2 vrijwilligers nodig om te helpen bij de “food distribution” in zone 12. Het was niet direct duidelijk wie wat en waar, maar achteraf bleek er het volgende gaande te zijn. Zone 12 ligt in de “jungle” buiten het kamp en heeft zijn eigen voedseldistributie kooi. Een andere organisatie runt dit punt, met een team vrijwilligers uit het kamp. Dat verloopt echter lang niet altijd vlekkeloos. Gisteren had er een incident plaatsgevonden, waarbij 1 van de vrijwilligers zo hard was geslagen dat zijn gezicht helemaal open lag. Hans en ik namen nu deze taak over, omdat de vrijwilligers van EuroRelief vaak meer respect krijgen en de kans op escalatie dus kleiner is. Aan beide kanten van de kooi kunnen de mensen uit zone 12 langskomen voor een tasje voedsel. Hans staat aan de ene kant en ik aan de andere kant, beide checken we met een lijst of iedereen 1 keer langs komt om voedsel te halen. De vrijwilligers uit het kamp zelf geven vervolgens het voedsel af vanuit een raam in de kooi. Na afloop wil de “baas” van het voedselpunt (een enorme kerel met een Afghaans uiterlijk, genaamd Omar) van ons weten hoe het ging en of we feedback hebben. We lopen vervolgens met zijn drieën door het kamp naar het “EuroRelief infopoint”, waarbij de “baas” tussendoor nog een vechtpartijtje sust. Volgens vooropgezet plan brengen we daarna met z’n drieën het verslag uit dat het “dramatisch” ging. Vanwege de vechtpartijen en chaos bij het uitdelen van het ontbijt twijfelt Omar of met ons samenwerken wel zo’n goed idee is. Als ik nog een extra duit in het zakje wil doen, blijkt dat ik niet goed kan liegen en kan er gelachen worden. Er wordt afgesproken dat Hans en ik nog een keer zullen helpen bij de lunch, maar dat het avondeten alleen door het team vrijwilligers uit het kamp wordt gedaan. De komende tijd zal EuroRelief (in eerste instantie Hans en ik) zoveel mogelijk hulp bieden aan Omar en zijn team.
Na het gesprek tref ik buiten Arjanne aan. We zitten er allebei nog een beetje mee in onze maag dat we gisteren een klus niet hebben kunnen afronden. Het idee was om een kwetsbare familie vanuit “de jungle” te verhuizen naar een plekje in een container in het basiskamp. De vader bleek echter niet thuis te zijn en de moeder wilde niet alleen de beslissing maken om al dan niet het aanbod te aanvaarden. We vragen toestemming om te checken of het plekje in de container (ISO-box) nog steeds vrij is om daarna eventueel de verhuizing te regelen. Gelukkig krijgen we vrij spel en blijkt het plekje in de ISO-box nog niet door iemand anders bezet te zijn. We vertrekken naar een zelf gefabriceerd tentje in zone 9, aan de rand van de jungle. Helaas kunnen we onze missie niet volbrengen, want de hele familie blijkt naar de dokter te zijn.
We krijgen direct een volgende klus: er moeten 2 alleenstaande mannen uit een ISO-box geplaatst worden die geen recht hebben op die plek. We worden onthaald door de 4 andere gezinnen die in dezelfde container wonen (geen idee hoe het allemaal past, bizar). De Congolezen vertellen ons dat de mannen op dit moment buiten het kamp zijn en familie van een van de gezinnen zijn. Een vrouw zegt tegen ons dat de mannen welkom zijn, omdat ze familie zijn. We vragen ons af of alle inwoners van de ISO-box er zo over denken. In ieder geval hebben de mannen geen recht op deze plek. Vandaar dat we de inwoners toch vragen om aan de mannen door te geven dat ze moeten vertrekken.
Terug bij het infopoint van EuroRelief wordt ons gevraagd om een kwetsbare familie op te halen uit de jungle om hen een plaatsje in een ISO-box aan te bieden. Na het gebruiken van een paar woordjes Farsi hopen we dat de Afghaanse familie ons begrijpt. De man besluit om bij de baby in de tent te blijven, de vrouw volgt ons naar het infopoint. Bij het infopoint wachten we op nieuwe informatie: er blijken andere mensen in de ISO-box te zijn getrokken die daar niet weg willen gaan. Dit betekent in de meeste gevallen dat de politie er bij wordt gehaald om ze er letterlijk uit te trappen.
Aangezien het alweer bijna tijd is voor de voedseldistributie in zone 12 kan ik de klus niet afmaken. Later hoor ik van Arjanne dat de verhuizing (met veel moeite) uiteindelijk succesvol is verlopen, dat voelt goed. Ik eet snel een meegebrachte boterham (vandaag geen falafel uit het kamp) en drink wat water. Aangekomen bij zone 12 doen we voedseldistributie lekker soepel. Uiteraard zijn er wat incidenten, zoals mensen die 2 keer proberen te komen of niet het juiste papier bij zich hebben, maar dit leidt niet tot grote problemen. Een van de jongens uit het team verteld ons dat hij niet kan begrijpen dat wij vanuit onze luxe in Nederland vrijwillig naar deze hele slechte plek komen. Ik vertel dat we vakantie hebben en dit werk veel voldoening geeft. Ook voeg ik er kort aan toe dat we christen zijn. (EuroRelief doet heel expliciet niet aan evangelisatie in het kamp, maar als mensen er naar vragen kunnen zich op deze manier toch kleine mogelijkheden voor doen.) We zeggen het team gedag en lopen met een man mee die Hans tijdens het werk had aangesproken. Zijn tent blijkt stuk te zijn en hij vraagt of wij het kunnen fixen. Daarnaast laat hij ons zien dat de tent van zijn buurman leeg is, zij zijn naar Athene vertrokken. Het wordt ons duidelijk dat de tent ‘s nachts gebruikt wordt voor prostitutie, er zou zelfs een vader zijn dochter naartoe brengen. De buren durven niks aan de situatie te doen, want dat betekent gegarandeerd dat er messen gaan worden getrokken. Terwijl we hier nog mee bezig zijn, spreekt een andere buurman ons aan. Hij duwt zijn baby van 1 maand oud in Hans zijn armen en laat zien dat het kindje allemaal rode bultjes heeft. Vervolgens toont hij het minuscule hutje waar hij met zijn vrouw en een ander klein jongetje in leeft. Ik krijg in opdracht van zijn vader een natte kus op mijn wang van het jongetje. De vader vraagt ons of we alsjeblieft een betere plek voor zijn gezin kunnen vinden. De verhalen over ratten, gevechten en branden kennen we inmiddels.
Terug bij het infopoint breng ik verslag uit. Aan de kapotte tent van de man kunnen we niks doen, aangezien het een illegale constructie is en wij dat volgens de regels niet mogen supporten. Gelukkig gebieden dezelfde regels “to take down” de leegstaande constructie van zijn buurman. Het gezin van de buurman met de ziek ogende baby wordt onderaan een lijst geplaatst om in aanmerking te komen voor een plekje in een ISO-box.
Arjanne heeft inmiddels een nieuwe klus gekregen en ik haak daarbij aan. Er staat een man bij het infopoint die door de andere inwoners van zijn ISO-box het huis uit is getrapt. Dat kan natuurlijk niet zomaar, dus we gaan samen met een tolk op pad om verhaal te halen. De ISO-box zit vol met volwassen alleenstaande mannen. Ze geven aan dat ze regelmatig feestvieren en “smoken” in hun container. Als ze horen dat we uit Nederland komen worden ze helemaal enthousiast en er komt een verhaal over “marihuana” en “asie”. Het probleem met hun huisgenoot is echter dat hij harddrugs zou gebruiken, zoals heroïne. We koppelen deze informatie terug en geven de zaak verder weer uit handen.
Als ik om een nieuwe klus vraag, wordt ik blij verrast. De leegstaande tent die voor prostitutie wordt gebruikt, mag direct gesloopt gaan worden. Samen met Arjanne, Anne-Lynn en twee Amerikanen gaan we op pad, gewapend met een breekijzer en twee hamers. We komen langs de buurman met de baby en krijgen meteen allerlei fruit uitgedeeld. Heel typisch, overal waar je komt wordt je gastvrij ontvangen, vaak met eten of thee. Mensen spreken ook regelmatig hun dankbaarheid uit, met zinnen als “EuroRelief is the only good thing here” of “EuroRelief, good work!”. Gelukkig kan ik de man vertellen dat er actie is ondernomen: hij staat ergens onderaan een lijst. Op de vraag wanneer we een plek hebben kan ik geen antwoord geven, maar hij is in ieder geval erg dankbaar.
Het slopen van het illegale bouwsel gaat gelukkig voorspoedig, ondanks dat het (zoals elke dag) meer dan 30 graden is en we in de volle zon werken. Ik wil de buurman met de kapotte tent graag wat van het gesloopte materiaal geven, want wij brengen het toch naar de vuilnisbelt. Dit is echter tegen de regels (als je 1 iemand iets geeft wil iedereen en ontstaat er onrust). Ik probeer hem duidelijk te maken dat hij misschien maar “Ali Baba” moet doen (stelen), als ik de andere kant op kijk. Uiteindelijk kan hij de twee dekens uit de tent meenemen, ondanks dat hij vooral graag 1 van de pallets had gewild. We zijn echter met een groep vrijwilligers en ik wil niet open en bloot tegen de regels in gaan.
Na de succesvolle sloopactie meld ik mij weer voor een nieuwe klus. Vanwege de hitte willen ze ons eigenlijk niet nog een sloopklus geven, tenzij iedereen zich nog fit genoeg voelt. Iedereen is er nog voor te vinden, dus we vertrekken naar een andere illegale tent in het basiskamp, die gebruikt werd als keuken. Inmiddels is dat niet meer het geval (alhoewel omstanders beweren van wel en niet zo enthousiast zijn). Hoe dan ook, het een illegaal bouwsel dus we beginnen met slopen. Het zweet loopt in straaltjes langs je hoofd, maar je bent eigenlijk te druk om er op te letten. Een bewoner van het kamp brengt ons een koude fles water en bekertjes.
Bij terugkomst wordt ons verteld dat er verder geen dringende klussen zijn, dus de werkdag zit erop. Misschien ben ik nog wat kleine klusjes vergeten op te schrijven, maar het voelt hoe dan ook alsof we heel veel gedaan hebben vandaag. Met een blij en voldaan gevoel verlaat ik het kamp.
Thuis trekken we een radler open en maken we pasta. Daarna duiken Hans en ik nog even de zee in. De rest van de avond kan er gerelaxt worden en ben ik dit verslag aan het typen. Nu is het mooi geweest en ga ik slapen. Morgen weer een dag in het kamp, dus die slaap is wel nodig.
LJ
En hoe gaat het met mij (Nick)? Afgezien van in meer of mindere mate buikkrampen en een maag- darmgestel wat nog het meest weghad van een waterglijbaan heb ik een goede week gehad, fijn gewerkt en fijn gerust. Verder heb ik de knoop doorgehakt hier langer te blijven, eerst een week of wat, daarna zien we wel verder. Op het moment zie ik alleen financiën en/of "ik trek het niet meer" als mogelijke aanleidingen om huiswaarts te keren maar we zien wel. Ik kan niet in de toekomst kijken dus ga het ook niet proberen.
Comments